De diamant- en juwelenhandel is eerder reactief dan proactief. Dat was duidelijk tijdens het recente conferentieseizoen, met de World Federation of Diamond Bourses (WFDB), de International Diamond Manufacturers Association (IDMA), de World Jewellery Confederation (CIBJO) en de World Diamond Council (WDC), die allemaal hun jaarlijkse bijeenkomsten in oktober hielden.

Een groot deel van de discussie ging, volgens verslagen van de vergaderingen, over hoe de handel zou moeten betrekking reageren op synthetische diamanten. Het is een moeilijke vraag na het recente besluit van de Federal Trade Commission (FTC) om de definitie “diamant” uit te breiden naar stenen die in een laboratorium zijn gekweekt.

Hoe is dat bijvoorbeeld van toepassing op facturerings-, advertentie- of grading-rapporten? Nu synthetische diamanten in de ogen van de FTC op gelijke voet staan met gedolven diamanten, moeten in het lab gegroeide stenen dan ook worden toegestaan op de beursvloer? Natuurlijk niet. En de handel herhaalde haar standpunt dat het gebruik van het woord “diamant”, zonder enige kwalificatie ervoor, standaard verwijst naar een natuurlijke steen.

Maar taal en woordkeuze vormen niet echt het probleem. Achter het debat schuilt een diepe bezorgdheid over de groeiende acceptatie van synthetische stenen – zowel in de detailhandel als in de professionele handel. De toetreding van De Beers tot deze markt heeft een belangrijke rol gespeeld in die ontwikkeling, waardoor anderen het groene licht hebben gegeven om te volgen.

Vergeet de bewering van De Beers dat dit helpt natuurlijke van synthetische diamanten te onderscheiden door middel van de zeer verschillende prijszetting. Het bedrijf stimuleert de vraag naar een product dat uiteindelijk de markt voor natuurlijke diamant zal aantasten. Dat merken we nu al, bij diverse retailers, zoals Macy’s en JCPenney, die ervan overtuigd zijn dat de liefde van consumenten voor sieraden met synthetische diamanten gestaag zal groeien.

Het leiderschap van de branche beweert dat het werd verblind door De Beers en de FTC. Maar de inspanningen die het op dit moment levert om de FTC over te halen de beslissing in te trekken, zullen uiteindelijk te weinig en te laat blijken te zijn.

Integendeel, we moeten erkennen dat de brancheverenigingen die in Mumbai samenkwamen, samen met CIBJO, die elkaar ontmoetten in Colombia, hun achterban faalden. Dat gold ook voor de Diamond Producers Association (DPA), waarvan De Beers het huidige voorzitterschap bekleedt.

Waarom was de lobby van de natuurlijke diamantindustrie een jaar geleden niet effectief – als ze überhaupt actief was – terwijl producenten van kunststoffen de FTC ervan overtuigden om hun synthetisch product in de standaard definitie van diamant op te nemen? Waar is de verontwaardiging van DPA-leden over hun voorzitter, die actief het mandaat van de groep om natuurlijke diamanten te promoten als echt en zeldzaam, tegenwerkt?

De reactieve benadering van de sector op het synthetische materiaal signaleert de noodzaak om de strategie van de branche bij te stellen. Misschien zou een initiatief om de rollen van de WFDB en IDMA te combineren in één organisatie hen nieuwe energie en en een helder doel opleveren.

Voor nu suggereert het onvermogen om het leiderschap bij deze organisaties te veranderen, dat de rest van de handel ze als ineffectief beschouwt. Terwijl de WFDB en IDMA een nieuwe termijn beginnen met hetzelfde leiderschap en een nieuwe commissie die zich inspant om de invloed van de WFDB te verspreiden, dringen we er bij de handelsgroepen op aan proactiever om te gaan met de vele uitdagingen waarmee de markt voor natuurlijke diamant wordt geconfronteerd.