De traditie van kunstveilingen gaat terug tot de oudheid en is een interessant verhaal over de ontwikkeling van de prijzen van kunstwerken en de betekenis ervan binnen de samenleving. In de beginjaren waren veilingen nuttig om objecten en slaven te verkopen.
In 1742 kwam de eerste kunstcollectie onder de hamer en dit was het begin van een constante ontwikkeling naar de miljardenhandel die het nu is.
500 voor Christus – In Babylon worden er jaarlijks veilingen van vrouwen ten huwelijk gehouden. De veilingen beginnen met de vrouw die de veilingmeester als de mooiste beschouwde. Het is wettelijk verboden om de dochter buiten deze veilingmethode om te verkopen.
27 voor Christus en later – De soldaten van het Romeinse Rijk veilen hun oorlogsbuit meestal na terugkeer van de strijd. Later veilen ze ook slaven die als oorlogsbuit gevangen waren genomen.
193 AC – Het hele Romeinse Rijk wordt door de Praetoriaanse Garde geveild. Op 23 maart doden zij de keizer Pertinax en bieden het rijk daarna aan de hoogste bieder aan. Volgens een nog niet bewezen legende koopt Didius Julianus elke bewaker voor 6.250 drachmen – hij is de winnaar van de veiling. Twee maanden later wordt Didius gedood door Septimus Severus.
Het is opmerkelijk dat vanaf het einde van het Romeinse Rijk tot aan de achttiende eeuw de kunstveilingen in Europa hun gunst verliezen – in Azië zijn ze over het algemeen nooit populair geweest.
1637 – Op 2 februari vindt de zogenaamde Weeskamer-veiling plaats. In deze veiling bereiken de prijzen voor tulpen een hoogtepunt. Ze bereiken voor 99 pakketten tulpenbollen zo’n 90.000 gulden. Slechts drie dagen later komt het tot de ineenstorting van de tulpenmanie. Op de veiling in Haarlem in een taverne haalt geen enkele aangeboden tulp de verwachte prijs. Dat betekent de ondergang van de gehele tulpenmarkt in Nederland. De prijzen dalen met tot 95% verlies aan waarde.
1660 – De geschiedenis van de veilingen gaat ook verder in de zeventiende eeuw in Engeland, waar men gebruik maakt van een kaars om het einde van de biedmogelijkheid te laten zien. De Admiraliteit in Engeland verkoopt overtollige schepen “met een centimeterkaars“.
1674 – Baron Claes Rålamb richt het eerste bekende veilinghuis ter wereld op. De Stockholms Auktionsverk.
1742 – de eerste collectie wordt geveild. Het is de belangrijke collectie van Edward, graaf van Oxford. De kunstveiling duurt zes dagen en alles van muntstukken tot een schilderij van Anthonys van Dyck was inbegrepen.
1744 – Samuel Baker richt het op één na grootste en tot op heden nog bestaande veilinghuis Sotheby’s op. Zij richtten zich eerst op de veiling van prenten, medailles en munten. Pas in 1913 verkocht Sotheby’s zijn eerste kunstwerk – een schilderij van Frans Hals voor 9.000 guineas.
1766 – James Christie richt het gelijknamige veilinghuis Christie’s op. Tegenwoordig is het het grootste veilinghuis ter wereld.
1771 – Catherine de Grote uit Rusland koopt een werk van de Nederlandse schilder Gerard Dou om het respect voor Rusland onder de Europese staten te vergroten. Helaas zinkt het werk in een Finse haven nadat ze de recordprijs op de veiling heeft gevestigd. Volgens de legende bevindt het schilderij zich vandaag de dag nog steeds in de haven. Wachtend op berging.
Tegen het einde van de achttiende eeuw worden er kunstveilingen gehouden in tavernes en koffiehuizen. Er worden catalogi gedrukt om de voorwerpen vooraf te laten zien. Christie’s vestigt zijn reputatie als het belangrijkste veilinghuis ter wereld en krijgt na de Franse Revolutie de status van het belangrijkste centrum van de kunstwereld.
1861 en later – Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog worden goederen die door het leger zijn geconfisqueerd, geveild. Ze worden door de Kolonel van de divisie geveild. Daarom wordt, tot op de dag van vandaag, de veilingmeester in sommige Amerikaanse veilinghuizen officieus ‘Kolonel’ genoemd .
De Grote Depressie en ook de Tweede Wereldoorlog hebben een diepgaand effect op de veilingmarkt en op de smaak. Tot 1957 zijn er geen recorduitslagen op de veilingen. Vanaf 1957 stijgt de belangstelling voor abstracte beelden. De leiders van de markt raken steeds meer geïnteresseerd in het kopen van impressionisme en post-impressionisme.
1980 en later – Japanse kopers vestigen records voor twee werken van Van Gogh en voor één werk van Picasso. In deze jaren wordt de kunst meer en meer erkend als een financiële bezitting.
Vandaag de dag – de veilingmarkt is complex en er zijn veel kunstveilingen over de hele wereld. Bovendien maakt het internet deze wereld wat transparanter en is alle informatie over het aanbod en de resultaten ook voor beginners beschikbaar.
Die verandering maakt het kopen op de veiling zeer interessant voor jonge verzamelaars van elke categorie. Er is niets dat niet verkocht of gekocht kan worden op een veiling. Van vintage handtassen tot wijn, van meubels tot middeleeuwse martelwerktuigen en kunstwerken voor alle technieken uit alle tijdperken.
(wordt vervolgd)